Polenforum.nl Polenforum.nl

Nieuws - links - informatie en forum over Polen

Sinds 7 januari 2004

 

Polen: De Poolse taal

Gestart door Pieszyce, 28 oktober 2022, 17:36

Vorige topic - Volgende topic

Pieszyce


Polen:  De Poolse taal

Poolse taal, tot de West-Slavische talen behorende taal, gesproken door ca. 34 miljoen mensen in Polen en door ca. 5 miljoen daarbuiten (zie ook Slavische
talen). Deze groep onderscheidt zich o.a. door het behoud van Oud-Slavische nasale klanken en door het feit dat de palatalisering van een volgende klinker, meer dan in de andere
Slavische talen, de sisklanken tot cerebrale fricatieven omvormt en zelfs de r wijzigt. Binnen de westerse groep onderscheidt zich het Pools (met het Sorbisch) door het feit dat de oude
types tort en tolt worden tot -trot en -tlot (en niet -trat-, -tlat- zoals in het Tsjechisch en het Slowaaks). Het alfabet bestaat uit 32 letters; het Latijnse schrift wordt gebruikt, met een
groot aantal diacritische tekens. Het accent valt vrijwel altijd op de voorlaatste lettergreep.

Als nationale taal wordt het Pools gekenmerkt door de geringe dialectische variaties. Opvallend zijn voor de vreemdeling slechts het Mazoerisch en het 'góral-dialect, dat in de Podhale,
op de noordelijke helling van de Tatra, gesproken wordt. Enigszins apart staat het Kasjoebisch, dat ten westen van de Weichselmonding gesproken wordt en dat een afzonderlijke taal is.
Afzonderlijke vermelding verdient eveneens het Kresowy, dat gesproken werd in de beschaafde kringen waarvan het Pools de moedertaal was, maar waarvan de families sedert eeuwen
in Oekraïne, Wit-Rusland en Litauen leefden. Het voornaamste kenmerk dat de dialectische nuances vertonen, is het sporadisch behoud van de oude dualis in het Mazoerisch.
Het geringe belang van de dialectische verschillen en het feit dat de beste kenners het tot heden niet eens hebben kunnen worden over de plaats van herkomst van het literaire Pools,
zijn wellicht in verband te brengen met het feit dat het moderne Pools in zeer grote mate een cultuurtaal is, die zich over het gehele grondgebied verspreid heeft zoals zij werd
vastgesteld door het gebruik van een sociale elite.

De vroegst bewaarde Poolse documenten zijn glossen en plaatsnamen in de tekst van een pauselijke bul van 1136, vervolgens, alle vermoedelijk uit de 14de eeuw, de fragmenten van
preken uit het Heilige Kruisklooster (Kazania Swietokrzyskie), het psalterium van koningin Jadwiga of Florjaner psalterium (Psalterz florianski) en de preken van Gniezno (Kazania
gnieznienskie). Door intellectuelen uit verscheidene milieus werd tussen 1535 en 1580 de Poolse volkstaal omgevormd tot een literaire taal, die op het einde van de 16de eeuw tot de
rijkste van Europa zou behoren. Voor de codificatie van de Poolse literaire taal heeft de bijbelvertaling van de jezuïet Jakub Wujek, verschenen tussen 1593 en 1599, een analoge functie
gehad als voor de Engelse de befaamde vertaling van 1611. De barok heeft het Pools met een nieuw en blijvend patina verrijkt: een neiging, in het proza, tot lange, ingewikkelde en
oratorische zinnen met onverwachte en pathetische beelden. Het eigenaardige Pools-Latijns 'macaronisme', dat eveneens uit die tijd dagtekent, werd ten tijde van Stanislaw Augustus
(1764 - 1795) gezuiverd door een tactvol ingrijpen, dat de helderheid, de maat en de orde herstelde zonder aan de taal een overdreven abstract uiterlijk te verlenen. Van deze historische
ontwikkeling getuigen eveneens de ontleningen: ingevolge het etnische karakter van de bevolking van de steden drong sedert de middeleeuwen een groot aantal Duitse woorden
binnen, behorend tot het ambachtswezen, de stadsinstellingen en gedeeltelijk tot het krijgswezen; anderzijds werden talrijke abstracte woorden op -unek naar het voorbeeld van Duitse
woorden op -ung gevormd, een woordvorming die zo gewoon werd dat zij ook sporadisch werd toegepast op Slavische wortels. In de 16de eeuw werd ontleend aan het Tsjechisch, dat
over een oudere letterkundige en intellectuele ervaring beschikte; sommige van deze ontleningen bleven behouden. Maar vooral het Latijn heeft een enorme invloed op het Pools
uitgeoefend, zowel op de woordenschat als op de zinsbouw. Daarnaast kan men invloed van het Frans constateren, sporadisch sinds het eind van de 17de eeuw, massaal sinds het eind
van de 18de eeuw. De taal van de romantici, vrijer en gedeeltelijk gezuiverd van de Franse invloeden, is heden ten dage nog de literaire taal van Polen, zij het dat evenals elders ook hier
argottermen in deze taal hun intrede hebben gedaan. Op het gebied van wetenschap en techniek bestaat ook invloed van het Engels.