Donderdag 5 mei 2005
Irf en Deb brengen vandaag, samen met tolk Gosia, een bezoek aan een Nederlandse pluimveehouderij in het oosten van Polen. De reistijden in Polen zijn best een stukkie langer dan in Nederland, dus al om half zeven hobbelen de dames de deur van het hostel uit. Rosanneke, Ellen en ik gaan een bezoek brengen aan Robert Kowalski, een functionaris van ING in Warschau. In zijn vrije tijd loopt hij waarschijnlijk met een vergrootglas door de straten van Warschau heen, want hij is naast zijn werk bij de ING ook nog padvinder.
Het gebouw van de ING blijkt nou net een beetje verder te liggen dan we verwacht hadden, dus we komen iets te laat aan bij onze afspraak (en dat zou niet de enige keer zijn vandaag…). We ontmoeten een aardige vent, maar hij heeft helaas zijn scoutingpakje thuis laten liggen, dus die gaat hij eerst ophalen. Een kwartier later is hij terug (helaas wel zonder vergrootglas) en krijgen we een vermakelijk verhaal voorgeschoteld. Na afloop komt dan echt het o zo mooie scoutingpak tevoorschijn en schieten we nog een aantal mooie plaatjes in het bos achter het ING-gebouw. Als een volleerd scout inspecteert Robert de bomen, terwijl wij hem ondertussen met wat flauwe Nederlandse grappen aan het lachen proberen te krijgen.
De volgende afspraak die we die dag hebben, staat gepland voor 2 uur ’s middags. Rosan heeft een interview geregeld met de grote baas van de Poolse vestiging van De Ruiter Seeds. Zij doen aan de veredeling van zaadjes voor tomaten, komkommers, pepers enzovoorts. Deze afspraak staat dan ook al de hele week bekend onder de naam “die meneer van de zaadjes”… vrij discutabel allemaal dus! Maar goed, de afspraak stond dus gepland voor 2 uur, in het chique restaurant Wilanowa, tegenover het paleis in de buitenwijken van Warschau. Het bleek echter een vrij groot probleem om deze onbekende plek te vinden, met het gevolg dat we pas om kwart voor 3 met het schaamrood op onze kaken het restaurant binnenparadeerden! Wonder boven wonder bleek onze “meneer van de zaadjes” er nog te zijn en na uitgebreide excuses mochten we aan tafel komen zitten. Na wat om-me-heen-gekijk was ik bijna bang om nog door te ademen, aangezien een verkeerde beweging brokken van tienduizenden Zloty’s zou kunnen maken! Kortom, we waren in onze spijkerbroek een chiquer dan chique restaurant binnengetreden, waar we ook nog eens veel te laat aanwezig waren. Beetje jammer, maar helaas! Het gesprek verliep overigens best goed en ik voelde me als Westlander helemaal op m’n plaats bij de verhalen over kassen, tomaten en klimaatsystemen. Na het schieten van de welbekende plaatjes wordt er afscheid genomen van de “meneer van de zaadjes” en duiken wij nog even de paleistuin in. Daar krijg ik het bijna voor elkaar om Rosan in de hofvijver te gooien (gnagna), maar helaas weet ze toch op het laatst nog te ontsnappen (d**n!).
Als we terug zijn in het hostel beginnen we snel met kokkerellen, zodat we als Irf en Deb terug zijn direct een heerlijk breng-je-vitamines-weer-op-normaal-peil-maaltijd op tafel kunnen gooien. Na het eten wordt de verdere tijd gebruikt met e-mailen, msnen, vervelen, boeken lezen, interviews uitwerken en flirten met Fransen en hun Franse taal (he Deb!).
Vrijdag 6 mei 2005
Irf en ik zijn weer eens aan de beurt om vroeg het bed uit te rollen, want we worden om tien uur verwacht bij Tebodin Polen. Dat is een dochterbedrijf van de BAM, de betonmaatschappij uit Nederland waar ik voor het vak bedrijfsjournalistiek ook al contacten mee had. Het bedrijf zit ergens in de achterwijken van Warschau, dus het blijkt nog een lastige klus te zijn dit te vinden. Daar aangekomen treffen we Jan de Boom, een Nederlander die namens Tebodin druk bezig is met het project Zlota Centre in het centrum van Warschau. Op onze eerdere wandeltochten richting het Centraal Station waren we hier al een aantal keer langsgelopen en hadden toen grappend tegen elkaar gezegd dat “dit wel eens van de BAM kon zijn”. Een échte grap dus!
Nadat we wat gepraat hebben over het project, besluit Jan ons ‘on site’ te laten zien waar het om gaat. Op de bouwplek aangekomen springt vooral de enorme glazen overkoepeling in het oog, een kunststukje der architectuur! Met name het contrast met de overkant van de weg is groot. Aan de andere kant staat namelijk het Paleis van Cultuur, een enorme betonnen toren die vijftig jaar geleden door Stalin in Warschau is geplaatst. Oud en nieuw, traditioneel en modern, kenmerken gezamenlijk het straatbeeld in de hoofdstad van Polen. Soms wat lelijk contrasterend, maar meestal ongelofelijk mooi om te zien!Na afloop van het interview halen we Rosan op in het hostel, die inmiddels haar artikel over ‘Jalta’ naar het Reformatorisch Dagblad heeft opgestuurd. Met z’n drieën besluiten we het spelletje ‘trammetje in, trammetje uit’ te spelen en wel te zien waar we uitkomen. Zeer toevalligerwijs (vast niet zo gepland door de dames…) belanden we uiteindelijk in de duurste winkelstraat van Warschau, waar twee paar vrouwelijke ogen van beginnen te schitteren. Uiteindelijk is de opbrengst van dit middagje shoppen vrij beperkt; ik val nog geen eens zo heel erg uit de toon met alleen mijn goedkope paar nieuwe schoenen. Tot slot duiken we nog een cafeetje in en onder het genot van een overheerlijke appeltaart, opperen de dames het idee om vanavond ook nog eventjes muffins te gaan eten bij de Green Coffee. Stelletje vreetzakken dat het ook zijn…
…en dus zaten we ’s avonds met z’n vijven aan de muffins en koffie. En ik moet zeggen: lekker was het zeker! De cappuccino had een bovenlaagje in de vorm van een blaadje, een mooi stukje vakwerk! Weer terug in het hostel blijkt de hot chocolat van Deb en Irf een pepgoedje geweest te zijn, want de hyperactiviteit heeft volledig bezit genomen van beiden. Het duurt dan ook tot 1 uur ’s nachts voordat de verhalen over cupmaten, ongesteldheid, Sander en meer van zulk soort viezigheden stokken en de rust wederkeert in het Nathan’s villa hostel.